"opschieten" meaning in All languages combined

See opschieten on Wiktionary

Verb [Néerlandais]

Audio: Nl-opschieten.ogg
Forms: schiet op [present], schoot op [preterite], schiet op [present], schiet op [present], schieten op [present], schoten op [preterite], schieten op [present], schieten op [present], schiet op [present], schoot op [preterite], hebben, opschietend [participle, present], opgeschoten [participle, past]
  1. Se dépêcher.
    Sense id: fr-opschieten-nl-verb-k0VOiQhW Categories (other): Exemples en néerlandais
  2. Avancer, progresser.
    Sense id: fr-opschieten-nl-verb-ChcQoL6a Categories (other): Exemples en néerlandais
  3. Faire bon ménage (avec).
    Sense id: fr-opschieten-nl-verb-Rj9W~ZAv
The following are not (yet) sense-disambiguated
Synonyms (avancer): voortgaan, vooruitgaan, vlotten, vooruitgaan, vorderen Synonyms (faire bon ménage): het met elkaar kunnen vinden Synonyms (se dépêcher): zich haasten
{
  "categories": [
    {
      "kind": "other",
      "name": "Lemmes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Mots reconnus par 100 % des Flamands",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Mots reconnus par 99 % des Néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes forts de la deuxième classe en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Verbes intransitifs en néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    },
    {
      "kind": "other",
      "name": "Néerlandais",
      "orig": "néerlandais",
      "parents": [],
      "source": "w"
    }
  ],
  "etymology_texts": [
    "Dérivé par préfixation de schieten."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schiet op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet op",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet op",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten op",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten op",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten op",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten op",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "opschietend",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschoten",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "niet opschieten",
          "translation": "traîner, lambiner"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Se dépêcher."
      ],
      "id": "fr-opschieten-nl-verb-k0VOiQhW"
    },
    {
      "categories": [
        {
          "kind": "other",
          "name": "Exemples en néerlandais",
          "parents": [],
          "source": "w"
        }
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "het werk schiet op",
          "translation": "le travail avance"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Avancer, progresser."
      ],
      "id": "fr-opschieten-nl-verb-ChcQoL6a"
    },
    {
      "glosses": [
        "Faire bon ménage (avec)."
      ],
      "id": "fr-opschieten-nl-verb-Rj9W~ZAv"
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "Nl-opschieten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/2/26/Nl-opschieten.ogg/Nl-opschieten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/Nl-opschieten.ogg",
      "raw_tags": [
        "Pays-Bas"
      ]
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense": "se dépêcher",
      "word": "zich haasten"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "voortgaan"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "vooruitgaan"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "vlotten"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "vooruitgaan"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "vorderen"
    },
    {
      "sense": "faire bon ménage",
      "word": "het met elkaar kunnen vinden"
    }
  ],
  "tags": [
    "intransitive"
  ],
  "word": "opschieten"
}
{
  "categories": [
    "Lemmes en néerlandais",
    "Mots reconnus par 100 % des Flamands",
    "Mots reconnus par 99 % des Néerlandais",
    "Verbes en néerlandais",
    "Verbes forts de la deuxième classe en néerlandais",
    "Verbes intransitifs en néerlandais",
    "néerlandais"
  ],
  "etymology_texts": [
    "Dérivé par préfixation de schieten."
  ],
  "forms": [
    {
      "form": "schiet op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot op",
      "raw_tags": [
        "ik"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet op",
      "raw_tags": [
        "jij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet op",
      "raw_tags": [
        "hij, zij, het"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten op",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schoten op",
      "raw_tags": [
        "wij"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten op",
      "raw_tags": [
        "jullie"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schieten op",
      "raw_tags": [
        "zij"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schiet op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "schoot op",
      "raw_tags": [
        "u"
      ],
      "tags": [
        "preterite"
      ]
    },
    {
      "form": "hebben",
      "raw_tags": [
        "Auxiliaire"
      ]
    },
    {
      "form": "opschietend",
      "tags": [
        "participle",
        "present"
      ]
    },
    {
      "form": "opgeschoten",
      "tags": [
        "participle",
        "past"
      ]
    }
  ],
  "lang": "Néerlandais",
  "lang_code": "nl",
  "pos": "verb",
  "pos_title": "Verbe",
  "senses": [
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "niet opschieten",
          "translation": "traîner, lambiner"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Se dépêcher."
      ]
    },
    {
      "categories": [
        "Exemples en néerlandais"
      ],
      "examples": [
        {
          "text": "het werk schiet op",
          "translation": "le travail avance"
        }
      ],
      "glosses": [
        "Avancer, progresser."
      ]
    },
    {
      "glosses": [
        "Faire bon ménage (avec)."
      ]
    }
  ],
  "sounds": [
    {
      "audio": "Nl-opschieten.ogg",
      "mp3_url": "https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/transcoded/2/26/Nl-opschieten.ogg/Nl-opschieten.ogg.mp3",
      "ogg_url": "https://commons.wikimedia.org/wiki/Special:FilePath/Nl-opschieten.ogg",
      "raw_tags": [
        "Pays-Bas"
      ]
    }
  ],
  "synonyms": [
    {
      "sense": "se dépêcher",
      "word": "zich haasten"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "voortgaan"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "vooruitgaan"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "vlotten"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "vooruitgaan"
    },
    {
      "sense": "avancer",
      "word": "vorderen"
    },
    {
      "sense": "faire bon ménage",
      "word": "het met elkaar kunnen vinden"
    }
  ],
  "tags": [
    "intransitive"
  ],
  "word": "opschieten"
}

Download raw JSONL data for opschieten meaning in All languages combined (2.2kB)


This page is a part of the kaikki.org machine-readable All languages combined dictionary. This dictionary is based on structured data extracted on 2024-12-21 from the frwiktionary dump dated 2024-12-20 using wiktextract (d8cb2f3 and 4e554ae). The data shown on this site has been post-processed and various details (e.g., extra categories) removed, some information disambiguated, and additional data merged from other sources. See the raw data download page for the unprocessed wiktextract data.

If you use this data in academic research, please cite Tatu Ylonen: Wiktextract: Wiktionary as Machine-Readable Structured Data, Proceedings of the 13th Conference on Language Resources and Evaluation (LREC), pp. 1317-1325, Marseille, 20-25 June 2022. Linking to the relevant page(s) under https://kaikki.org would also be greatly appreciated.